De mens heeft namelijk het grootste deel van zijn evolutionaire proces doorgemaakt onder jager / verzamelaar omstandigheden, over een periode van zo’n twee en een half miljoen jaar.
Ongeveer 10.000 jaar geleden heeft de agrarische levensstijl zijn intrede gedaan en pas zeer recentelijk (175 jaar geleden) is de industriële revolutie begonnen.
Onze genetische opmaak heeft grotendeels plaatsgevonden in het paleolithicum. Genen passen zich tergend langzaam aan; het kern DNA verandert bij schatting ongeveer 0,5 % per miljoen jaar[1].
Wanneer we kijken naar deze veranderingen vanuit het perspectief van de evolutie biologie / evolutionaire geneeskunde, is de volgende hypothese op te stellen:
“Een groot deel van welvaartsgerelateerde ziekten openbaart zich als reactie op te snelle veranderingen in voeding en levensstijl. Aanpassingen van (epi-) genetische aard vinden langzaam plaats hetgeen resulteert in een slecht aangepast fenotype.
Degeneratieve aandoeningen openbaren zich doorgaans na het bereiken van de voortplantingsleeftijd, waardoor deze ziekten evolutionair gezien weinig druk uitoefenen.
De snelheid waarmee chronische ziekten zich eerder manifesteren is schrikbarend. Zo had een vrouw van 35 in 1988 nog gemiddeld 24,3 gezonde jaren te gaan, twintig jaar later is dat aantal geslonken tot 16,7 jaar[2].
Het idee daarachter is dat een reconstructie van 99% van de gespendeerde tijd een beter beeld geeft dan voorspellingen aan de hand van de evidence based sjabloon binnen 1 % van de totale evolutie tijd.
In een onderzoek van een oost– Afrikaans paleolithisch dieet[3] door o.a Remko Kuipers en Frits Muskiet staat onder meer (vrij vertaald):
“De criteria voor een optimale nutriënten inname via randomised controlled trials (RCT) met zowel een enkele nutriënt als enkel eindpunt heeft grote tekortkomingen.
Dit soort onderzoek is doorgaans gebaseerd op slecht onderzochte dosis-effect relaties en negeren vaak meerdere nutriënt interacties en metabole interrelaties.
De nutritionele balans waaronder ons genoom is geëvolueerd is praktisch onmogelijk te bepalen wanneer men het heersende paradigma van “evidence-based medicine” hierop toepast.
Nutritioneel onderzoek heeft eerder een organisatorische sjabloon nodig die zich focust op homeostasie.
Een sjabloon als deze kan worden gedestilleerd uit onderzoek en reconstructie van paleolithische diëten. De compositie van paleolithische diëten kan worden afgeleid uit zeer veel wetenschappelijke disciplines zoals biologie, archeologie, antropologie, vergelijkende anatomie, genetica en humane voedingswetenschappen.
Frits Muskiet (ik heb op hem gestemd tijdens de Nobelprijsshow afgelopen jaar) stuurt het liefst al zijn studenten minstens éénmaal naar Afrika om daar de jager-verzamelaar levensstijl te analyseren.
Door deze observaties en data kan er een beeld worden geschetst van de mens en zijn voeding in een omgeving waar onze genenpoel / lijf het enorm naar zijn zin heeft.
Door reconstructie van het diëet en dat te vergelijken met ons huidige westerse diëet komen we een aantal opmerkelijke knelpunten tegen.
Verder is de inname van de meervoudig onverzadigde vetzuren in de omega 3 (n-3) groep astronomisch laag, zowel het stamvetzuur alfa-linoleenzuur (ALA) als de verlengde varianten (LC-PUFA n-3) zijn zowel in advies als in daadwerkelijke inname veel te laag.
Vanuit de voedingscomponent van de paleolithische visie wil ik nu het bruggetje maken naar het levensstijl gedeelte met een osteopathisch sausje.
Onderstaande tekst is dan ook opzettelijk “gejat en her en der aangepast” uit “Estimated macronutriënt and fatty acid intakes from an East African Paleolithic diet”[3].
“De criteria voor een optimale functie en behandeling van het bewegingsapparaat via randomised controlled trials (RCT) met geïsoleerde structuren en sterk afgebakende interventies kent grote tekortkomingen.
Dit soort onderzoek is doorgaans gebaseerd op een reductionistische visie zonder integratie van tensegrity modellen en / of complexe neuro-, immuno- of endocrieno-logische biomechaniek.
De biomechanica en behandeling van het parietale systeem is praktisch onmogelijk te bepalen wanneer men het heersende paradigma van “evidence-based medicine” hierop toepast. Dit onderzoek heeft eerder een organisatorische sjabloon nodig die zich focust op homeostasie in bindweefselstructuren in relatie met omgevingsfactoren als voeding en de beweging van het totale lichaam. Een sjabloon als deze kan worden gedestilleerd uit onderzoek en reconstructie van de paleolithische levensstijl"
De paleolithische levensstijl kan worden afgeleid uit zeer veel wetenschappelijke disciplines zoals biologie, archeologie, antropologie, vergelijkende anatomie, genetica, fysiologie, en humane voedingswetenschappen, en osteopathie”
Na deze inspirerende inleidende tekst kunnen we als beroepsgroep nu massaal onze volgende vakantie boeken naar Afrika, om samen onderstaand schema te gaan invullen (ik heb een kleine start gemaakt).
Wie gaat er mee? Schrijf je in via www.ikwilookwelmeenaarafrika.nl
Iedereen veel succes met palpiteren en fourageren
Groeten
Robert de vos
1)The Importance of the Omega-6/Omega-3 Fatty Acid Ratio in Cardiovascular Disease and Other Chronic Diseases
Artemis P. Simopoulus PMID: 18408140
2) [Online;19-10-12] http://www.voedingnu.nl/nederlanders-krijgen-eerder-chronische-aandoening.135405.lynkx
“Had een vrouw van 35 in 1988 nog gemiddeld 24,3 gezonde jaren te gaan, twintig jaar later was dat aantal geslonken tot 16,7 jaar” Marjolein Visser, hoogleraar gezond ouder VUMC
3)Estimated macronutrient and fatty acid intakes from an East African Paleolithic diet
Remko S. Kuipers, Martine F. Luxwolda, D. A. Janneke Dijck-Brouwer, S. Boyd Eaton, Michael A. Crawford, Loren Cordain, Frits A. J. Muskiet PMID: 20860883