Oude mantra’s uit vervlogen tijden “Verzadigd vet is fout en onverzadigd is goed” (2)

In dit deel gaan we verder met het ondermijnen van een van de grootste dwalingen op het gebied van voedingswetenschap. Zoals in deel 1 te lezen is, is er een toenemende groep wetenschappers, bloggers, roomboterfabrikanten etc., die het een beetje gehad hebben met de leus “verzadigd vet is fout en onverzadigd is oké”.

Maar als die mooie standaard tekst niet meer aannemelijk is, wat blijft er dan nog over na een analyse van de laatste wetenschappelijke inzichten? Dat zou dan neerkomen op de volgende multi-liner:

“Veel verzadigd vet + iets (waarschijnlijk koolhydraten) = minder goed voor hart en bloedvaten dan een gezonde balans tussen vetten waarbij een klein deel van die verzadigde vetten wordt vervangen door SC en LCPUFA n-3/n6, terwijl verzadigd vet vervangen voor koolhydraten juist slechter is dan verzadigd vet blijven eten, en het vervangen van verzadigd vet door extra linolzuur(SC-PUFA n-6) al helemaal niet onderbouwd gezonder is.”

Ja, dat past natuurlijk niet op een tegeltje of in 1 PowerPoint dia! Om de malligheid nog wat verder op te voeren staan hieronder vier dilemma’s waar de aanhang van de “verzadigd vet is fout” groep geen antwoord op heeft (ik heb het ze eerlijk gevraagd):

1) De Masai:

Dit nomadisch volk uit Oost-Afrika(1,2,3,4,5) halen 2/3 van hun calorieën uit melkvet waarvan de helft uit verzadigd vet bestaat, toch hebben ze goede lipidenwaarden in hun bloed en kennen ze amper hart en vaatziekten (HVZ). Als verzadigd vet “slecht” zou zijn, en een groot onderdeel zou zijn in de etiologie van HVZ dan waren de Masai al vele jaren geleden begonnen met het bouwen van cardiologische centra, en hadden ze waarschijnlijk op de hoek van iedere hut een defibrillator hangen.

  1. The Masai of East Africa: some unique biological characteristics
  2. Atherosclerosis and lipid metabolism in the Masai of East Africa
  3. Studies on the Masai
  4. Milk, serum cholesterol, and the Masai. A hypothesis
  5. More Masai: Blog van Stephan Guyenet

De Masai waren helaas te druk voor een uitvoering commentaar, maar ze lieten nog wel het volgende weten via de mail.

“We zijn momenteel druk met het organiseren van een hulpprogramma voor de eerste wereldlanden, we zijn van plan om de voedingsinstanties aan te doen met een herscholingsprogramma. We willen liever kennis verspreiden in plaats van ieder jaar verzadigd vet te moeten opsturen, ons motto is “je kan ze beter leren vissen dan iedere keer vis opsturen. We willen die mensen echt graag helpen, ons hart bloed als we die spotjes hier op TV zien. We zien mensen kunstboter eten gemaakt van restafval waar je normaal gesproken kaarsen of zeep van zou maken, wie eet nu zoiets?”

drie Masai mannen in roodgeruite omslagdoeken
Masai mannen druk bezig met het organiseren van een
herscholingsprogramma, op de achtergrond
geen cardiologisch centrum

2) Kokosolie:

Een ander mooi dilemma voor de aanhangers van de leus verzadigd vet is fout komt in de vorm van een kokosnoot. Een leus als bovenstaande wordt in het leven geroepen om dingen te versimpelen zodat het publiek wijs wordt van de tegelwijsheden van het voedingscentrum. Zo kunnen we met het ezelsbruggetje onder andere onthouden dat verzadigd vet bij kamertemperatuur vaak stolt terwijl onverzadigd vet vloeibaar blijft. Helaas maakt de mantra het alleen maar lastiger voor ons, zo blijkt uit de kokosnootparadox. De olie van de kokosnoot die uit de witte pulp wordt geperst is vloeibaar in de tropen en gestold in ons koude kikkerlandje (smeltpunt24-26 °C ), afhankelijk van de lokatie op de kaart gaat het ezelsbruggetje dus wel of juist niet op. De olie bestaat voor 86% uit verzadigde vetzuren, ongeveer 68% van het verzadigd vet in kokosolie bestaat uit middellangeketen vetzuren, ook wel bekend onder hun engelse afkorting MCTs (dank u wikipedia)
Hele boeken en (zonder te overdrijven) stapels met studies zijn afgerond over de gunstige effecten van kokosnootolie. Zie een website met alleen maar kokosnoot studies.

3) Allerhande:

  • Het dieet van de mensen op Kreta bevat 40 procent vet, maar het aantal mensen dat er aan hart- en vaatziekten overlijdt bedraagt slechts 5 procent van datzelfde aantal in de VS|. (Cardiol Prat, 1962; 13: 225-244)
  • De mensen in het noorden van India gebruiken zeventien keer zoveel dierlijk vet, maar hebben zeven keer minder hart- en vaatziekten dan de mensen in het zuiden van India|. (Ind J Industr Med, 1968; 14: 219)
  • De oudste Ceorgiërs eten het meeste vet|. (GZ Pitskhelauri, The long living of Soviet Georgia. Human Sciences)
  • In de Franse regio Cascogne, waar ganzen- en eendenlever tot het vaste dieet behoren, bedraagt het aantal hart- en vaatziekten een kwart van hun aantal in de VS. (Press, New York NY 1982)
  • De Oost-Afrikaanse Samburu drinken 10 liter volvette melk per dag (= 400 gram vet), maar hebben geen hart- en vaatziekten|. (Am Heart J, 1962; 437-442)
  • De Australische Aboriginals hebben een dieet dat voor 64 procent uit vet bestaat, maar hart- en vaatziekten komen bij hen weinig voor|. (Lipids, 1986; 21: 684-690)

4) Remco Kuipers:

Deze recentelijk gepromoveerde dokter heeft er samen met zijn promotor Frits Muskiet (hoogleraar pathofysiologie) voor gezorgd dat mijn vertrouwen voor een groot deel is hersteld in de hedendaagse geneeskunde. Hij promoveerde door een analyse te maken van de jager / verzamelaar volken van Oost-Afrika, met een revolutionair evolutionair geneeskunde bril maakte hij een tochtje in een SUV langs de kustlanden van Afrika.

Ik haalde zijn onderzoek al eens aan in een blog over de paleolithische levensstijl. Op foodlog is een samenvatting te lezen in begrijpelijke taal over zijn promotie onderzoek, de link naar het onderzoek in PDF vorm vindt je hier Hieruit komt de volgend Quote:

“In Hoofdstuk 8 bespreken we de gevaren van verzadigd vet en koolhydraten bij het ontstaan van hart- en vaatziekten aan de hand van een literatuurstudie (een zogenaamd “review”). Het Nederlandse Voedingscentrum waarschuwt ons al jaren voor de gevaren van vet, aanvankelijk met acties zoals “Let op Vet” en momenteel nog steeds met “Verzadigd=Verkeerd” en “Onverzadigd=Oké.” Vanuit het perspectief van onze oervoeding zijn deze stellingnames echter bepaald onlogisch. Onze voorouders aten waarschijnlijk juist vrij veel vet en ook veel verzadigd vet. Het vet in moedermelk bestaat bovendien voor meer dan 50% uit verzadigd vet en dat kan nagenoeg niet worden veranderd door de moeder anders te laten eten. Het ispuur onlogisch dat een kind na het spenen, conform de aanbevelingen van degelijke instanties, in een keer zou moeten overgaan naar een “zo laag mogelijke inname van verzadigd vet”.

Dus terwijl de kokosnoot en de Masai niet mee doen aan het “verzadigd vet is fout” ezelsbruggetje staat deze voorlopig nog steeds als een huis zonder fundamenten. Er heerst helaas dus al decennia lang een enorme demoniserende focus op verzadigd vet, laten we eerlijk zijn wie van de wat oudere generatie is er niet bang voor gemaakt? Verzadigd vet is in westerse landen nadat dit “slecht” bleek te zijn massaal vervangen voor margarine (transvetten + Linolzuur overschot) en heeft via andere routes HVZ veroorzaakt|. (hierover meer in deel 3) De grootste winst tussen dieet factoren en HVZ is te halen uit het elimineren van industriële transvetten en het normaliseren van SCPUFA (linolzuur en alfalinoleenzuur) en de LCPUFA (arachidonzuur – EPA / DPA).

Het zal een uitdaging worden voor instanties om het publiek om te scholen van aandacht op “verzadigd vet is fout” naar aandacht op “de disbalans in onverzadigd vet is fout”.

Een reactie op “Oude mantra’s uit vervlogen tijden “Verzadigd vet is fout en onverzadigd is goed” (2)

  1. Cocosolie is ook lekker op brood, om in te bakken, om in te frituren en onlangs hoorde ik van iemand die het in haar krullenbos smeert.
    Je hebt het met de natuurlijke cocossmaak maar in het reformhuis is er ook een neutrale variant verkrijgbaar.
    Aanrader!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

go to top